Ester & Ruzya


Journaliste Masha Gessen schreef een prachtig boek over haar twee Russisch-joodse grootmoeders, die in een van de gruwelijkste periodes van de twintigste eeuw zichzelf en hun gezinnen in leven wisten te houden. Joods.nl ontmoette de schrijfster tijdens een korte promotietournee in Amsterdam.

Masha Gessen beschouwt zichzelf in essentie niet als ‘joods
schrijfster’. “Mijn joodse identiteit is strict non-religieus, en wordt
niet gevoed door de joodse tradities. Wat mij joods maakt is mijn
familiegeschiedenis,” zegt ze, en begint onmiddellijk over haar
overgrootvader Jakoeb. “Mijn overgrootvader was het schoolvoorbeeld van
de niet-joodse, Russische jood. Hij heeft 25 jaar in dienst gezeten en
was zich van zijn joodse identiteit ternauwernood bewust. Zoals zovelen
van zijn generatie: hij was het stille kind van de vier tijdens de
Seider, geen idee waar hij naar moest vragen.” Ze noemt zichzelf het
kind dat de moeilijke vragen stelt, het buitenbeentje.

“In de gesprekken mijn oma’s ontdekte ik dat ze allebei van zichzelf
vonden dat ze de juiste keuze hadden gemaakt. Ruzya vond dat ze beter
voor de Sovjet-censuur kon gaan werken dan als onderwijzeres tegen haar
leerlingen leugens gaan vertellen. Ze heeft zich vreselijk geschaamd,
maar ook gedacht dat ze toch de juiste keuze had gemaakt, omdat ze het
er, ondanks het antisemitisme onder Stalin, levend had afgebracht (en
zelfs het enige niet-partijlid – want joods – in het censuurbureau).
Ester zat in Siberië en riskeerde haar leven door dat van anderen te
redden met vervalste papieren.”

In het hart van het boek staat wat Gessen noemt ‘de novelle over haar
overgrootvader’. In de familie is de geschiedenis van Jakoeb omstreden en
daardoor ook niet altijd geheel naar waarheid overgeleverd. Gessen
zocht en vond veel documentatie over Jakoeb’s positie in het getto van
Bjalystok. Hij zat in het verzet en collaboreerde. Hij was verantwoordelijk voor de voedselvoorziening, en
slaagde erin als lid van de Judenrat de dodenlijsten van de Duitsers te
halveren. “Kiezen onder zulke omstandigheden is een illusie”, zegt
Gessen. “Dat is de aard van het beest, zowel van de Holocaust als van
de Sovjetterreur.”

Ester (81) en Ruzya (84) zijn al 50 jaar met elkaar bevriend, maar de
vele gesprekken die Gessen met hen voerde, waarin soms sterk
persoonlijk gekleurde herinneringen bovenkwamen, heeft ervoor gezorgd
dat de stilzwijgende overeenkomst om het verleden te laten rusten soms
geweld is aangedaan.

“Het gaat steeds weer over de keuzes. Ik heb 10 jaar in de Amerika
gewoond en gewerkt en ben teruggegaan naar mijn geboorteland. Ik woon
nu iets buiten Moskou, heb een tamelijk comfortabel leven met mijn zoon
en dochter, mijn levenspartner en mijn kat. Maar het dagelijks leven in
Rusland wordt steeds moeilijker. Het land glijdt in hoog tempo af naar
een soort sovjet-toestand. De werkelijkheid is vaak te gruwelijk: ik
kan mijn kinderen niet naar de televisie laten kijken. Veel van mijn
collega’s overwgen te emigreren, want werken in de journalistiek wordt
steeds moeilijker. Als ik voor de keuze word gesteld mij Amerikaanse
paspoort in te leveren of het land te verlaten, dan gaan we weg. Ik ben
in staat die keuze te maken. Mijn oma’s konden dat niet. Doordat zijn
hebben gekozen te leven zoals zij gedaan hebben, heb ik de mogelijkheid
voor mezelf en mijn gezin de beste keuze te maken. Die erfenis is van
gigantische waarde, en ik moet bewijzen dat ik die waard ben.”  

Over het boek:

Voor de veertienjarige Masha Gessen waren Ester de dissident en Ruzya
de censor geen gegijzelden van de geschiedenis maar simpelweg haar
geliefde grootmoeders. Toen ze in 1981 met haar ouders en broer vanuit
de Sovjetunie naar Boston in de Verenigde Staten emigreerde waar het
feit dat ze joods waren geen belemmering zou vormen voor een goede
schoolopleiding en toekomstm

Advertentie (4)