Het gouden kalf


De parasja van de week, voor kinderen verteld. Vandaag: Mosje krijgt op de berg Sinai nog meer opdrachten van G’d, maar in het kamp aan de voet van de berg gaat het vreselijk mis.

Het verhaal van deze week begint op de berg Sinai, waar Mosje zijn
volgende opdrachten krijgt van G’d. “Mosje, je moet gaan tellen hoeveel
Joden er zijn. Alle mannen van twintig jaar en ouder moeten je een
zilveren munt brengen.
Die munt moet precies een halve sjekel wegen (in
de tijd van Mosje was een sjekel een gewicht, en woog bijna 11 gram).
Als je alle munten geteld hebt weet je precies hoeveel Joodse mannen er
zijn. Daarna moet je al die munten smelten, en van het gesmolten zilver
maak je de houders waarin de pilaren van het Misjkan stevig kunnen
blijven staan.”

Nu zou je misschien denken dat het Misjkan, de woning van G’d,
eindelijk af is. Maar nee, er moet nog iets worden gemaakt: de kijor,
de wasbak (met een mooi woord noem je het ‘wasbekken’) waar de
priesters hun handen en voeten moesten wassen voor ze aan de
ochtenddienst mochten beginnen.

De kijor moest neergezet worden in de open ruimte, tussen het koperen
altaar en de toegang naar het Misjkan. Het moest een heel groot
wasbekken worden, gemaakt van koper, met kranen langs de onderkant. De
priesters moesten op hun hurken bij het wasbekken kunnen zitten zodat
het water dat uit de kranen kwam over hun handen en hun voeten kon
stromen.
En nog was G’d niet uitgesproken! “Mosje, nu is het Misjkan af, met
alles wat er in hoort. Maar het kan pas gebruikt worden als je het hebt
gezegend. Alle dingen moet je zegenen, de Ark, de Tafel, de Menora, de
Altaars, en ook het Misjkan zelf, en je broer Aharon, de Koheen haGadol
en zijn zonen de Kohaniem. Voor de zegen moet je olijfolie gebruiken,
heel fijne olijfolie die je lekker moet laten ruiken met vier soorten
geurige kruiden.
Kaneel en cassia moet je gebruiken, de gedroogde hars
van de myrrheboom en calamus, dat zo heerlijk naar mandarijnen ruikt.
Maar denk eraan: je mag deze olie alleen maar gebruiken om heilige
mensen en heilige dingen te zegenen!”

Voor het reukaltaar moest Mosje wierook maken. G’d gaf het recept: elf
verschillende geurige kruiden, van elk precies evenveel. De wierook
mocht alleen maar in het Misjkan gebruikt worden. Allemaal werkjes die
heel precies moesten worden gedaan.
Ondertussen weten jullie al heel erg veel over het Misjkan en alles wat
ervoor nodig is, maar het volk Israël, dat onderaan de berg Sinai nog
steeds op Mosje zit te wachten, weet nog van niets! Wie moet al die
bijzondere dingen gaan maken?
“Mosje, Ik heb Betsalel, de zoon van Oerie uitgekozen om het Misjkan te
bouwen en alle gouden en zilveren en koperen voorwerpen, alle stoffen
voor d

Advertentie (4)