Yad Vashem plechtigheid in Maurik (G)


Ditmaal valt de eer -postuum- te beurt aan Anton de Heus en zijn echtgenote Johanna (Hanneke) de Heus-Verkerk, die zonder aan hun eigen veiligheid te denken en uit liefde voor menswaardigheid voor iedereen niet alleen het leven gered hebben van de jonge Walter Schwinger maar hem ook opnieuw vertrouwen in mensen gegeven.

Op dinsdag 8 maart 2005 zal om
13.30 uur, in de lagere school “De Hoeksteen” aan de Kapelstraat 9 te
Maurik  een Yad Vashem ceremonie plaatsvinden.

De heer Doron Kerbel, diplomaat van de Ambassade van Israël zal de
medaille en het bijbehorende certificaat tijdens deze plechtigheid
uitreiken.

In de “De Hoeksteen” zullen worden geeerd: de heer Anton de Heus en zijn echtgenote mevrouw Johanna de Heus-Verkerk.

Hieronder volgt een deel van het verhaal waarop de aanvraag voor de Yad Vashem onderscheiding is gebaseerd:

De familie De Heus … Een licht in de duisternis.

Dit jaar memoreren wij voor de zestigste keer het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Over deze meest duistere periode van de twintigste eeuw zijn
onnoemelijk veel boeken en artikelen geschreven, onnoemelijk veel
herdenkingsbijeenkomsten georganiseerd. Het is een onderdeel van de
geschiedenis dat niet vergeten mag worden.

Met name voor het Europese jodendom was het zonder weerga de zwartste periode sinds de Spaanse Inquisitie.

Gelukkig ontvlamden er gedurende deze zwarte jaren onverwachte bakens
van licht. Een van deze bakens was de familie De Heus uit Maurik, die
het leven redde van een zestien jarige jongen.

Als de Duitse joden iets heel zeker wisten, was het dat zij na de
Kristallnacht van november 1938 onder Hitler een zeer slechte toekomst
tegemoet gingen. Ofschoon ze op dat moment niet konden voorzien hoe
gruwelijk het zou worden, voelden en merkten ze de steeds sterker
toenemende dreiging.

In de hoop een plek te vinden waar zij wellicht veilig zouden zijn voor
de groeiende nazi terreur, stuurden de ouders van Sigmund en Walter
Schwinger hun zonen samen met hun neven Issy en Danny Mechlowitz naar
Holland.

De vier jongens werden eerst opgenomen in een kampement net over de
grens en daarna overgebracht naar een schuilplaats in Amsterdam. Na een
tijdje bood een joodse familie in Tiel zich aan om een jongen in huis
te nemen. Als jongste van de groep werd de twaalf jarige Walter
aangewezen. Hoewel hij niet weg wilde zonder zijn broer en zijn
neefjes, overtuigden ze hem dat hij deze kans om zich in veiligheid te
brengen moest aannemen.

Het ging aanvankelijk goed bij de familie Hes in Tiel. Walter ging naar
school en deed zelfs zijn Bar Mitzvah. Maar vanaf 1942 werden de
maatregelen en verordeningen tegen joden dodelijker en dodelijker. Ook
de familie Hes werd gedwongen onder te duiken. Er was daar geen plaats
voor Walter, hij kon niet met hen mee.

Met hulp van de broer van mijnheer Hes en dankzij de inspanning van Het
Verzet, werd er voor Walter een onderduikadres gevonden. Hij moest
echter zijn identiteit radicaal veranderen. Niets mocht meer herinneren
aan de persoon Walter Schwinger. Hij werd Willem Dekker uit Zeeland.
Gedurende een jaar zwierf Willem/Walter van boerderij naar boerderij,
werkend en zich schuilhouden. Eind oktober 1943 kwam hij terecht op een
grote boerderij in Maurik. De behandeling was slecht. In de schuur
kreeg Willem een bed van stro en alleen voor maaltijden mocht hij in
het huis komen. Hij maakte lange, steeds zwaardere werkdagen. Er was
van niemand een sprankje vriendelijkheid of begrip voor zijn situatie,
of interesse hoe hij zich voelde. Willem voelde zich hoe langer hoe
eenzamer en wanhopig en aan het eind van zijn krachten. Op een
zondagmiddag ontmoette hij tot zijn geluk twee zusjes. Nadat hij een
paar minuten met hen had gesproken, overwon hij zijn angst en

Advertentie (4)