LJG: Sidra Sjelach lecha, Bemidbar (Numeri) 13:1-15:4:10


De Eeuwige zei tegen Mosje: “Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun nakomelingen aan de hoeken van hun kleren kwastjes [tsitsit] moeten bevestigen waarin een blauwpurperen draad verwerkt is. Bij het zien van die tsitsit zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Eeuwige, zodat jullie die naleven en Mij niet ontrouw worden door de begeerten van je hart en je ogen te volgen.

Ze zullen jullie helpen om aan al mijn geboden te denken en die na te
leven en jullie God toegewijd te blijven. Ik ben de Eeuwige, jullie
God, die je uit Egypte heeft weggeleid om jullie God te zijn. Ik ben de
Eeuwige, jullie God.” (Bemidbar [Numeri] 15:38-42)

“Wij
allen hebben al de hulp nodig die wij kunnen krijgen om trouw te
blijven aan het door ons gekozen pad, wat dat pad ook moge zijn.”
(Lessen voor Tegenwoordig)

HET COMMENTAAR VAN DE WEEK


Ibn Ezra
heeft een uitgesproken mening over deze mitswa om tsitsit
te dragen: Het is zo dat dit gebod zegt dat iedereen die een
kledingstuk met vier hoeken draagt zich er altijd mee moet bedekken
gedurende de dag. Hij mag de tsitsit niet verwijderen opdat hij aan de mitswot zal denken.
Degenen die tijdens het gebed een tallit omhebben doen dit omdat zij in het Sjema lezen: ‘Bij het zien van de tsitsit
zullen jullie herinnerd worden aan alle geboden van de Eeuwige’
(Bemidbar 15:39) en ‘Zeg tegen de Israëlieten dat zij en al hun
nakomelingen aan de zoom van hun kleren tsitsit moeten bevestigen’ (Bemidbar 15:38).
Ik geloof echter dat wij meer verplicht zijn ons in tsitsit te
hullen als wij niet in gebed zijn dan tijdens het gebed, opdat wij aan
de mitswot denken en niet zondigen en een gebod overtreedt gedurende de
overige uren van de dag, want als je aan het bidden bent, bega je geen
zonde.

  • BIJ HET ZIEN VAN DIE TSITSIT: De mitswa eist dat de tsitsit zichtbaar zijn.
  • DOOR DE BEGEERTEN VAN JE HART: Het hart begeert. Het oog ziet en
    het hart verlangt. De tsitsit dienden dus als een teken en kenmerk dat
    wij de begeerten van oog en hart niet dienen te volgen.
  • EN JULLIE GOD TOEGEWIJD TE BLIJVEN: Want Wie zijn begeerten volgt, dwaalt af van de dienst aan zijn God.


Gelezen  wordt:
Dasberg choemasj deel II, blz. 96
Haftara: Jehosjoea 2:1-24
Dasberg choemasj deel II blz. 252




Klik op het logo om verder te lezen op de website van de LJG.

Vertaling: Frits Pront

Voor het origineel zie www.kolel.org/pages/5763/shlach.html

Advertentie (4)