Marga Minco (1920) krijgt de Constantijn Huygens-prijs 2005 voor haar gehele oeuvre, aan dichter Nachoem M. Wijnberg (1961) is de Jan Campert-prijs voor poezie toegekend. De prijzen worden op 16 december uitgereikt in het Letterkundig Museumin Den Haag.Marga Minco (pseudoniem van Sara Minco) debuteerde in 1957
met het boek ‘Het Bittere Kruid’, waarin ze beschrijft hoe ze op het
nippertje aan de nazi’s ontsnapte. Zij krijgt de prijs ter bekroning
van een halve eeuw “consistent vakmanschap”.
Aan de Constantijn Huygens prijs is een bedrag van 10.000 euro verbonden.
Schrijven vind ik iets vanzelfsprekends,’ vertelde Marga Minco (1920)
ooit. ‘Ik schreef als kind al, verhaaltjes, dagboeken, verslagen van
vakantiereizen.’ Die instelling is nooit veranderd, nog altijd schrijft
zij aan haar subtiele oeuvre.
In 1938, op haar zeventiende, publiceerde Minco haar eerste verhaal
‘Het gouden knikkertje’ in het Algemeen Handelsblad. In 1957 verscheen
haar romandebuut Het bittere kruid, een boek dat zowel in Nederland als
daarbuiten grote weerklank vond en waarvoor zij de Multatuli-prijs
ontving. In de loop der jaren werden er 400.000 exemplaren van verkocht
en het werd vertaald in meer dan twintig talen. Hierna volgden Het huis
hiernaast (1965), De andere kant (1959), Een leeg huis (1967), De val
(1983), De glazen brug (1986, het boekenweekgeschenk), en Nagelaten
dagen (1996), alsook een aantal jeugdboeken. In 1999 ontving Minco de
Annie Romein-prijs voor haal gehele oeuvre.
Marga Minco werd op 31 maart 1920 in Ginneken geboren en groeide op in
een orthodox-joods gezin. Tijdens de oorlog werden haar ouders
opgepakt; zij wist aan de Duitsers te ontsnappen en bracht de
oorlogsjaren onder de naam Marga Faes (de voornaam houdt ze aan) op
onderduikadressen door. Ze was de enige van haar familie die de
jodenvervolging overleefde, haar ouders, broer en zus kwamen om. Deze
ervaring bepaalde in hoge mate haar leven, alsook haar schrijven. ‘Ik
kom altijd weer op die periode ’40-’45 terug, ik wil het vaak niet,
maar die jaren hebben mij het hevigst aangegrepen.’ En: ‘Door te
schrijven over mijn leven, heb ik aan mijn leven een bepaalde vorm
gegeven. Ik houd mij nu aan die vorm. Ik zie mezelf door de ogen van de
schrijver die ik ben geworden.’
In 2004 maakte zij de overstap naar uitgeverij De Bezige Bij, waar in
het najaar van 2004 Storing verscheen, een bundel van elf korte
verhalen, die de schrijfster de afgelopen jaren schreef. De onderwerpen
zijn verschillend, maar de stijl is steeds onmiskenbaar die van Minco:
helder, precies, en met een ingehoudenheid die een maximum aan
zeggingskracht bereikt. Hoe afwisselend de verhalen ook zijn, vaak
komen zijdelings de oorlogsjaren in beeld: een opmerking of toevallige
ontmoeting is aanleiding voor een herinnering, zoals in het verhaal
‘December Blues’, over een kortstondige verhouding tijdens de donkere
bezettingsjaren. Het onvermogen om je eigen geschiedenis los te laten,
dat is en blijft het grote thema in het werk van Marga Minco.
Nachoem M. Wijnberg krijgt de Jan Campert-prijs voor zijn bundel ‘Eerst dit dan dat‘.
Wijnberg verwijst veelvuldig naar de joodse religie, naar mythologie,
filosofen, dichters en beeldend kunstenaars. Hij neemt de lezer mee
naar Troje, naar Cathay en naar het atelier van Rodin, stelt de lezer
voor aan het Vogelmeisje en Juan de la Cruz.
Aan de Jan Campertprijs is een bedrag van 5000 euro verbonden.
Sinds zijn debuut in 1989 heeft Nachoem Wijnberg het patent op een
geheel eigen stijl die vrijwel zonder precedenten is. Hij heeft er een
indrukwekkend oeu
