Yad Vashem plechtigheid in Workum (F)

Op dinsdag 2 mei 2006 vond in het stadhuis van de Friese stad Workum een viervoudige Yad Vashem ceremonie plaats. Posthuum werden daarbij geëerd de echtparen Jannes Geert en Aaltje van der Wijk,  Jelle en Jeltje de Vries, Hendrik en Geeske Postma en Jelle en Lodwice Flapper.

De heer Joop Levy, officieel vertegenwoordiger van de Ambassade van Israël in Nederland reikte tijdens deze plechtigheid de medaille en het bijbehorende certificaat uit.

In het actualiteitenprogramma TweeVandaag van 3 mei 2006 was een reportage te zien over de plechtigheid. Deze is terug te zien via de weblink.

Het verhaal achter de onderscheiding van de heer Jannes Geert van der Wijk en zijn echtgenote, mevrouw Aaltje van der Wijk Vriezema staat hieronder.

Ies Couzijn, geboren in Amsterdam, was 5 jaar oud toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij was een bewegelijk jochie dat door onvoorzichtigheid een verminking had opgelopen aan zijn voet.

In 1943 werden hij en zijn 4-jarig zusje Evelien door de buurman de heer Vermeij, van huis gehaald en naar een adres in Drente gebracht. Doordat Ies (onderduiknaam Joop) moeilijk te handhaven was op een onderduikadres en bovendien een erg joods uiterlijk had, was hij een gevaar voor zijn omgeving.
Na veel omzwervingen kwam hij terecht bij de familie van der Wijk op de afgelegen boerderij in Terwispel in Friesland. Het gezin van der Wijk bestond uit vader, moeder, zoon Atze en dochter Jitske. Joop kon niet zoals de andere twee kinderen naar school. Hij vermaakte zich overdag met de vele dieren op de boerderij.

De boerderij was ook een doorgangshuis voor onderduikers en ontsnapte joodse landgenoten uit de kampen. De producten die de boerderij opleverde werden voornamelijk voor eigen gebruik aangewend. Alle illegale activiteiten van Jannes en Aaltje van der Wijk moesten zoveel mogelijk in het donker gebeuren. Ze waren zich volledig bewust van de gevaren die ze liepen en beseften terdege dat een eventuele overval een ramp zou betekenen voor iedereen.

Joop kon het erg goed vinden met de twee kinderen van de familie en hij herinnert zich hun thuiskomst uit school, als de prettigste uren van de dag. Voor Joop waren vader en moeder van der Wijk zijn ouders. Toen het bericht kwam dat de oorlog was afgelopen viel Aaltje flauw, de spanning van de afgelopen jaren werd haar teveel. Zij is nadien nooit meer de oude daadkrachtige vrouw geworden en dus moest Joop overgeplaatst worden naar een ander gezin in Terwispel. Hij kwam toen bij de familie Boek. Moeder Aaltje is na een lange lijdensweg in 1990 overleden, haar man Jannes in 1993.

Jitske en Atze, de twee “kinderen” van der Wijk, schrijven in hun aanbevelingsbrief voor de Yad Vashem-onderscheiding: “Onze ouders deden deze dingen uit overtuiging. Naastenliefde dreef hen, alsmede verbondenheid met het oude volk Israël ”

Ook het zusje van Ies, Evelien Couzijn, heeft de oorlog overleefd. Hun ouders zijn in de kampen vermoord. Ies is in 1952 naar Israël geëmigreerd en is vandaag hier aanwezig om samen met zijn vrouw, kinderen, en zijn zusje Evelien, getuige te zijn van de in ontvangst name van de onderscheiding, die postuum wordt verleend aan zijn dappere onderduikouders.

De medaille en het certificaat werden overhandigd aan Jitske Bergsma-van der Wijk en Atze van der Wijk.

De heer Jelle de Vries en zijn echtgenote, mevrouw Jeltje de Vries- Haga, ontvan

Advertentie (4)