Briefproject Joods Maatschappelijk Werk afgerond

Vorige week vond in het Ewald Centrum voor mavo/vmbo in Haarlem een bijzondere ontmoeting plaats. Joodse ouderen kwamen er samen met een groep jonge leerlingen. Ze zagen elkaar voor het eerst maar kenden elkaar al wel: aan de ontmoeting waren meerdere briefwisselingen vooraf gegaan.

Voor de tweede keer werd dit jaar het brievenproject ‘(Niet) van gisteren’ georganiseerd door Joods Maatschappelijk Werk. In samenwerking met Gideon Simon, docent maatschappijleer 2 op het Ewald Centrum, werden elf leerlingen en acht ouderen met elkaar in contact gebracht en werd een correspondentie in gang gezet. De bedoeling was om de leefwerelden van jong en oud, allochtoon en niet allochtoon, joods en niet joods nader tot elkaar te brengen.

Irene Hirsch, projectleider van het brievenproject, spreekt van een geslaagde poging. Ze zegt dat het mooi is te zien hoe de relatie tussen een jongere en een oudere zich ontwikkelen: "Dit project laat zien dat de kloof tussen de verschillende werelden in ieder geval op individueel niveau te overbruggen is."

Op de bijeenkomst zegt Eva de Baat van JMW, namens directeur Hans Vuijsje, dat het JMW zeer te spreken is over het project. Het is haar opgevallen dat de kinderen prachtige brieven hebben geschreven. Jack Roosenstein, afdelingsleider van de opleiding Zorg en Welzijn, bedankt de leerlingen en Gideon Simon. Hij citeert uit de laatste brief die Chloë (15) schreef aan Flora (73): "Nou, ik moet zeggen dat ik het echt super jammer vindt dat dit het einde is van ons project, want ik vond het echt heel erg leuk om met u te schrijven. Het lijkt net of ik er een nieuwe vriendin bij heb."

Greetje Venezianer, een van de oudere briefschrijfsters, zegt: "Ik vond het heel belangrijk om met jonge mensen vanuit andere culturen contact te leggen. Ik wilde ook niet zozeer over de Tweede Wereldoorlog praten, maar meer over huisdieren en woonplaatsen. Ik heb zoveel plezier gehad in het project dat ik zelfs op vakantie in Nieuw Zeeland doorschreef, hoe moeilijk het vaak ook was een internetcafe te vinden."

Roos van de Berg van JMW, die volgend jaar het project zal leiden, waarbij gestreefd wordt naar uitbreiding naar andere scholen, zegt dat dit weliswaar het einde is van de briefwisseling, maar pas het begin van de ontmoeting. Inderdaad hebben de meeste scholieren en ouderen (mail)adressen uitgewisseld met de intentie contact te houden.

Joods Maatschappelijk Werk heeft de brieven gebundeld in een boekje. Naast de uitwisseling van hobbies, studie en werk komen er soms ontroerende passages in voor, waaruit duidelijk blijkt dat de briefschrijvers geraakt zijn. Bijvoorbeeld in het geval van Carola (67) en Nigel (15). Carola vertrouwt de leerling toe dat haar ouders in de oorlog zijn omgebracht, toen zij nog jong was. Nigel reageert hierop met: "Ik vind het erg dat u uw ouders op jonge leeftijd moest verliezen, het is lang geleden maar alsnog gecondoleerd." Carola schrijft terug: "Het ontroerde me dat je me alsnog condoleerde met de dood van mijn ouders. Ik realiseerde me opeens, dankzij jou, dat niemand dat ooit gedaan heeft. Dank je wel."

Advertentie (4)