Het volk Israël leert ook wie mee moet vechten als het wordt aangevallen.
G’d wilde er absoluut zeker van zijn dat de Israëlieten in het Beloofde Land een goed leven zouden hebben. In de vorige weken hebben jullie nog eens kunnen lezen wat de Israëlieten zelf allemaal voor regels moesten onthouden.
Rechters
De plek waar het altaar voor G’d staat moet vrij staan, zonder bomen en versieringen erbij. Denk erom: alleen kerngezonde offerdieren mag je aan G’d offeren! Het is jullie taak om daar goed op te letten, rechters!
Als jullie horen dat er Israëlieten in Kena’an zijn die bidden tot de zon of de maan of voor afgoden, dan
Denk erom: niemand mag zelf voor rechter gaan spelen!
Koningen
Pas goed op wie je kiest: als jullie Koning heel erg dol is op paarden zal hij misschien wel heel veel paarden willen hebben, en vindt hij paarden veel belangrijker dan jullie, zijn volk. Een Koning mag maar één vrouw hebben, en hij mag niet heel veel goud en zilver verzamelen. Jullie Koning moet een goed, eerlijk en bescheiden man zijn. En vooral: hij moet iedere dag lezen in de Tora, want dat is het wetboek dat G’d zelf aan het volk Israël heeft gegeven. De Koning is een Israëliet, net als andere Israëlieten.
Priesters