De haan van de buren

Lea Pagrach in haar nieuwe column over het geloei van een haan, ruzie met de buurman en hoe zij door schade en schande wijs is geworden.

Ik groeide op in Rotterdam, in het hartje van de stad. Al vroeg kon ik lopen en praten. Ik herinner me nog veel van die tijd. Hoe we altijd een heel eind moesten lopen naar school bijvoorbeeld en hoe we daar lauwe schoolmelk te drinken kregen met zo?n dopje van aluminiumfolie. En hoe we leerden veters strikken. Hoe we dansten om de boom midden op het schoolplein, die nu allang plaats heeft moeten maken voor een megabioscoop.We dachten nergens over na en alles was leuk. Balletles, joodse les, rolschaatsen en bij de buurvrouw koffiebonen met suiker kauwen. Ik moet er nu niet meer aan denken. Aan die koffiebonen dan.En dan komt het echte leven, je wordt zelfstandig, gaat op kamers wonen, je eerste avondje uit, je eerste vriendje. En zo raak je, zonder dat je er erg in hebt, verstrikt in de valkuilen van het leven. Want je maakt vergissing na vergissing, je maakt keuzes waar je soms spijt van krijgt – of juist niet. Maar van alles in het leven kun je, als je dat wilt, een les leren. En dan blijkt dat, hoe oud je ook bent, je nooit uitgeleerd raakt.U hebt nog een verhaal van mij tegoed over een haan en onze buurman. Wij wonen midden in de stad. Een van de buren, twee huizen verderop, heeft kippen en hij had een haan. De haan werd niet geaccepteerd door de kippen en moest apart in een hok, alwaar hij vreselijk ongelukkig was. En dat hebben we geweten. Hij kukelde ongeveer tweehonderd keer per dag, eenzaam en alleen in dat hok. De kippen lachten hem uit en ik werd mesjogge. Van vijf uur ?s ochtends tot elf uur ?s avonds maakte het beest een lawaai, dat het bij de beesten af was.Wij gingen praten met de buren. Maar die trokken zich er niets van aan. Tot het op een gegeven moment genoeg was. De buurman wilde niet nadenken over een oplossing? Ik wel. Onder politiebegeleiding werd meneer de haan een week of twee later naar een kinderboerderij gebracht, waar hij vrolijk verder kukelt.De buren spreken niet meer met ons. Maar soms wordt het kind in mij weer wakker en zeg ik steeds als ik hem zie heel zachtjes, zodat hij het net niet kan horen: ?kukeleku?. Kinderachtig, maar ook leuk.Als alle mensen de betrekkelijkheid van het leven zouden inzien en eens wat vaker om zichzelf zouden lachen, wat zou de wereld er dan veel beter uit zien. Wat zouden we dan anders omgaan met problemen en zorgen. Want soms vind ik dat iedereen zichzelf veel te serieus neemt en dat ook uitstraalt. In het joodse geloof speelt humor een belangrijke rol. Ik ben ervan overtuigd dat het een van de krachtigste kenmerken van deze religie is. Onder de meest barre omstandigheden werden de beste moppen geboren. En in de meeste moppen zit een berg wijsheid waar je u tegen zegt. Want zo is het ook weer in het jodendom, er zit in alles wel een les om te leren. Of het nu gaat om veters strikken of het geloei van een haan?Ik wens u veel wijsheid!Eerdere columns van Lea Pagrach-van Coeverden vindt u in het archief van de rubriek Samenleving en identiteit.Up-two-date, joods relatiebemiddelingsbureau

Advertentie (4)