Duitse jongeren zoeken het joodse verleden

De Tweede Wereldoorlog is ver weg voor Duitse scholieren van zestien jaar oud. Maar tijdens een bezoek aan Winterswijk wordt in ieder geval het joodse hoofdstuk van die geschiedenis duidelijk.

Dankzij de namen van de verdwenen joodse families op het monument tegenover het gemeentehuis. En het standbeeld voor Tante Riek, de synagoge en het schooltje aan de Spoorstraat komt de geschiedenis tot leven. Gisteren bracht een groep van ruim zeventig scholieren van de Albert Schweitzer Realschule uit Bocholt een bezoek aan Winterswijk.De excursie naar de buurgemeente is onderdeel van het project waarbij in de vakken geschiedenis, godsdienst en Nederlands wordt samengewerkt. Een deel van de leerlingen volgt de taalles en kan daardoor de teksten bij het monument voor Tante Riek naast het gemeentehuis van Winterswijk vlot vertalen.De Winterswijkse excursie omvat drie onderdelen: een videofilm over Johanna Reiss, een bezichtiging van de synagoge en uitleg bij de monumenten bij het gemeentehuis.De videofilm wordt vertoond in het opgeknapte klaslokaal van de joodse school aan de Spoorstraat. Het twee lokalen tellende gebouw staat tegen de woning van Mirjam Schwarz en Ben Westerveld, die ook de bezichtiging van de synagoge en het badhuis begeleiden.Johanna Reiss is de schrijfster van het boek ?De Schuilplaats?, waarin wordt verhaald over de Winterswijkse meisjes Anny en Siny de Leeuw, die bijna drie jaar in Usselo zaten ondergedoken. Het is een opname uit het begin van de jaren zeventig, waarin de meisjes opnieuw in Usselo het onderduikadres laten zien.De beelden tonen bijvoorbeeld de slaapkamer waar de zusjes naar buiten zaten te staren. Alleen de daadwerkelijke schuilplaats, waar de meisjes zich regelmatig moesten verstoppen, is niet gefilmd. Dat wilden de ?ouders? van de meisjes niet.?Je weet maar nooit of die nog van pas komt?, is het nuchtere commentaar van Johan, de vader op het onderduikadres.Hier legt docent geschiedenisdocent Wissing de link met het heden. Hij wil bijvoorbeeld weten of die aandacht voor de oorlog nuttig is. Bij het vorig jaar onthulde monument voor de meer dan driehonderd verdwenen joodse Winterswijkers klinkt instemming.?Ik ken de verhalen over de oorlog van mijn oma?, zegt een van de scholieren. ?Als ik er naar vraag vertelt ze er wel over.?De scholieren uit Bocholt zijn al enkele weken druk met dit speciale project. De leerlingen Nederlands hebben het boek ?De schuilplaats? gelezen. Andere jongeren zijn op bezoek geweest in het bejaardentehuis om oudere inwoners van Bocholt te vragen naar de oorlogsverhalen.Er is een kaart gemaakt met daarop de plaatsen in hun eigen omgeving die een relatie hebben met de joodse geschiedenis van Bocholt. Waar de synagoge heeft gestaan bijvoorbeeld, en waar joodse families hebben gewoond. Met zijn allen zijn ze ook naar het joods museum in Dorsten geweest.Tijdens het bezoek aan Winterswijk luisteren ze allemaal geïnteresseerd naar de verhalen.Om op de terugweg naar de Spoorstraat terug te keren naar het heden. ?Wo gibt?s hier die beste Pommes??Bron: www.tctubantia.nl, 6 maart 2003.

Advertentie (4)