‘Na tweeduizend jaar is er niets veranderd’

Met het voortslepen van het conflict tussen Israëliërs en Palestijnen en in de nasleep van ‘9/11’ willen de moslimjongeren in Europa nogal eens terugvallen in het aloude antisemitisme, schrijft Melchior Zeeman in de Haagsche Courant van 18 maart 2003.

Het antisemitisme steekt zestig jaar na de holocaust de kop op in Europa. Het aantal beledigingen en vernielingen van joodse personen en gebouwen of instituten nemen toe. Dat is deels toe te schrijven aan het almaar voortslepende conflict in het Midden- Oosten en de tweede intifadah in de Palestijnse gebieden in Israël, waarin Israëliers en joden op één lijn worden geplaatst. Maar ook de nasleep van de aanslagen in de Verenigde Staten van 11 september 2001 heeft met name onder moslimjongeren het antisemitisme doen oplaaien. Dat is ook in Nederland duidelijk geworden op de anti-Israëldemonstratie in Amsterdam van 13 april 2002. Daar werden onder luide bijval Israëlische vlaggen verbrand en joodse voorbijgangers lastiggevallen. De schrik in Nederland was groot: dat soort taferelen behoorde toe aan de kleine extreemrechtse gemeenschap, niet aan gewone burgers. Ook de komst van de Arabisch Europese Liga heeft het antisemitisme, of althans de anti-Israëlstellingname, gevoed. De voorman van deze beweging, Dyab Abou Jahjah, huldigt het standpunt dat de staat Israël moet worden opgeheven. Dat standpunt wordt door een deel van de beoogde achterban onderschreven. Veelvuldig zijn daarvan bewijzen te vinden op dicussiefora op internetsites, maar ook in gesprek met de moslimjongeren blijkt een grote afkeer van Israël en diens bestuurders.Het zijn in heel Europa vooral jongeren met een islamitische achtergrond die zich schuldig maken aan antisemitisme. In hun stellingname vóór de Palestijnen en tégen de Israëliërs, grijpen zij terug op de aloude vooroordelen en stereotypen van joden. Het bekende negentiende-eeuwse smaadschrift De Protocollen van de Wijzen van Zion, waarin sprake is van een vermeende samenzwering van joden om de wereldheerschappij te verkrijgen, zwerft weer veelvuldig rond in ‘cyberspace’ op internet.Dat constateert ook dr. Juliane Wetzel, als onderzoekster verbonden aan het Zentrum für Antisemitismusforschung van de Technische Universiteit van Berlijn. "De Protocollen en alle bijbehorende stereotypen van joden komen weer in zwang en het internet is hiervoor hét medium voor de verspreiding ervan."Het centrum onderzoekt in samenwerking met Europese organisaties, zoals in Nederland het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI), het antisemitisme in Europa. En Wetzel bespeurt een toename van de uitingen van jodenhaat, zowel in fysieke zin (aanvallen en bedreigingen) als in verbaal opzicht (schelden, beledigen). "Uit een recent uitgevoerde enquête in dertien landen in Europa blijkt dat de antisemitische denkbeelden het meest voorkomen in Spanje. Daar koestert een op de drie ondervraagden deze vooroordelen tegen joden. Frankrijk staat met Groot-Brittannië op een gedeelde tweede plaats, België is derde, direct gevolgd door Nederland. In Nederland betreft het vooral beledigingen, in de andere landen worden ook daadwerkelijk joodse doelen en personen aangevallen", licht Wetzel toe.In Frankrijk hebben het afgelopen jaar dagelijks aanslagen op joodse doelen plaatsgevonden. Dat gebeurt vooral door de moslimjongeren die in de buitenwijken van de grote steden wonen. Zo ver is het in Nederland niet, maar het antisemitisme neemt wel toe, constateert Wetzel op basis van de onderzoeken.Uit onderzoek van het CIDI blijkt er een piek in het aantal meldingen van antisemitische uitingen in april en mei vorig jaar. "Daarna treedt er een stabilisatie op van het aantal meldingen, maar dat kan ook liggen aan gewenning. Misschien melden de mensen het wel niet meer", suggereert CIDI-directeur Ronnie Naftaniël. Van een toe

Advertentie (4)