Op de drempel van de hel: Hollandscheveld in de greep van de SS

Kamerleden voor D’66 en de PvdA hebben op 4 maart 2003 kamervragen gesteld over het Nederlandse justitiebeleid rondom SS’ers, Jodenjagers, die nog steeds op vrije voeten zijn.

1) Is het u bekend dat op 1 oktober 2002 de Hoge Raad heeft bepaald dat het verzet van de in Duitsland woonachtige oorlogsmisdadiger Dirk Hoogendam niet rechtsgeldig is ingesteld en dat derhalve zijn vonnis, de doodstraf omgezet in levenslange gevangenisstraf, onherroepelijk is geworden?2) Bent u bekend met de uitspraak van persofficier M. van der Mark: ?De volgende stap is het ten uitvoer leggen van het vonnis waardoor de verdachte alsnog zijn straf zal uitzitten.? ?3) Welke stappen heeft het Openbaar Ministerie (OM) tot nu toe genomen om de straf van Hoogendam ten uitvoer te leggen?4) Is het OM reeds overgegaan tot het verzoeken aan Duitsland om uitlevering van Hoogendam? Zo nee, heeft het OM nader onderzocht of een uitleveringsverzoek aan Duitsland enige kans van slagen heeft? Waarom is er reeds zoveel tijd verstreken sinds de uitspraak van de Hoge Raad zonder dat er een uitleveringsverzoek is gedaan?5) Bent u bereid zich ervoor in te zetten dat de straf van Hoogendam zo spoedig mogelijk ten uitvoer zal worden gelegd? Welke actie gaat u in dit verband ondernemen?Een lezer van joods.nl maakte de redactie hierop attent, en voegde eraan toe:"Een verzoek om uitlevering van Dirk Hoogendam bijvoorbeeld heeft nog altijd niet plaatsgevonden. Ik doe u hierbij het dossier over deze zaak toekomen dat ik aan de hand van getuigenverslagen en historische bronnen heb aangelegd."Hier is een heel klein gedeelte uit de inleiding van het dossier "Op de drempel van de hel: Hollandscheveld in de greep van de SS".Als in 1950 het proces tegen Dirk Hoogendam wordt afgerond, vindt de Officier van Justitie het niet nodig om alsnog diepgaander onderzoek in te laten stellen, of hij was niet voldoende op de hoogte van de feiten. Beide is mogelijk. Wat het laatste betreft: er speelden een paar honderdduizend grote en kleinere zaken ten aanzien van ?foute? Nederlanders, zodat het voorstelbaar is dat er iets tussendoor geglipt is. Wat het eerste betreft: De Officier van Justitie kan ook geredeneerd hebben dat je maar één keer iemand dood kon schieten. Op basis van de door Offeringa en Blokzijl aangeleverde informatie vroeg hij de doodstraf voor zowel Auke Pattist als Dirk Hoogendam, en hij kreeg die toegewezen. Als hij alsnog een beroep zou willen doen op artikel 6b van het Verdrag van Londen, zou er een langer proces nodig zijn, zouden er meer kosten gemaakt moeten worden, en zouden toch al flink belaste medewerkers nog meer werk moeten verzetten. Uiteindelijk zou het niets extra?s opleveren, in de optiek van 1950, want meer dan de gevraagde en uitgesproken doodstraf was toch niet te halen. Dat wij nu in 2002 zouden komen te zitten met een stukgelopen proces, over een achteraf gezien onvolledig half A4?tje van een uiterst beknopte dagvaarding, waarin we uitsluitend zaken vinden die ? bij verzet tegen het vonnis ? verjaard blijken te zijn, was in 1950 niet te voorzien. Het vonnis van 22 juni 1950 van rechter Nauta bevat hoofdzakelijk het procesverbaal van Offeringa en Blokzijl van 12 juli 1946. Tussentijds is er dus niets extra?s gedaan aan deze zaak. En zo komen we de wrange situatie waarin we nu verkeren, nu dit niet meer voldoende blijkt te zijn om Dirk Hoogendam alsnog te vervolgen, tenzij er een nieuw proces komt.Klik hier om het gehele dossier te lezen.

Advertentie (4)