Oud-gevangene vertelt over ervaringen in kamp Vught

Als vijftienjarig meisje werd Ted van de meisjesmulo in Amsterdam verwijderd vanwege haar joodse afkomst. Niet lang daarna werd ze opgepakt en naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam gebracht, dat dienst deed als voorportaal voor verder transport. Dat werd het SS-concentratiekamp Vught.

Als vijftienjarig meisje werd Ted van de meisjesmulo in Amsterdam verwijderd vanwege haar joodse afkomst. Niet lang daarna werd ze opgepakt en naar de Hollandse Schouwburg in Amsterdam gebracht, dat dienst deed als voorportaal voor verder transport. Dat werd het SS-concentratiekamp Vught, waar haar zus al zat. Samen werden ze tewerkgesteld bij het bedrijf Philips, dat in het kamp een aantal werkplaatsen had.In augustus 1944 moest Ted met de nog overgebleven ‘Philips-joden’ op transport naar Auschwitz. Omdat deze groep door het werk voor Philips nog bruikbaar werd geacht, werden er relatief weinig van deze groep in Auschwitz vermoord. In negen maanden tijd werd het inmiddels zestienjarige meisje bijna voortdurend verplaatst naar in totaal elf concentratiekampen in Polen en Duitsland. Met tweehonderd anderen werd ze uiteindelijk in mei 1945 bevrijd door de Russen.Met een verbazingwekkende veerkracht heeft Ted na de oorlog een leven opgebouwd. Ze ging naar de joodse school Gicol waar ze haar latere echtgenoot Meijer van der Sluis leerde kennen. Via haar gezin is ze zich langzamerhand gaan verdiepen in haar joodse wortels. Zeven jaar is ze voorzitter geweest van de Vrouwengroep en bestuurslid van de Liberaal Joods Gemeente in Amsterdam.’Van de oorlog raak ik nooit werkelijk verlost, de kampjaren zijn daar te ingrijpend voor geweest. Maar dat er toch weer evenwicht in mijn leven kwam, liefde en vertrouwen, heb ik absoluut ook aan de Gicol te danken.’Op zondag 6 april vertelt mevrouw van der Sluis in het auditorium van Nationaal Monument Kamp Vught over haar ervaringen.