Een paar bruggen te ver

In Israël lopen synagogebezoekers op sjabbat met hun gebedenboeken over straat, maar in Nederland is sinds 1972 een draagverbod van kracht. Om het dragen op sjabbat mogelijk te maken wil de Joodse Gemeente Amsterdam sindsdien weer een rituele afscheiding.

Zal er ooit nog een eroev komen in Nederland? Steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hadden vroeger zo’n rituele afscheiding om te kunnen dragen op sjabbat. Maarssen, vlakbij Utrecht, kende een eroev tot de Portugees-joodse gemeente daar opgeheven werd in 1839. Deze specifiek joodse logica is natuurlijk gebaseerd op de Tora (Sjemot 16:29, zie kader op pagina 17). Het kardinale punt is dat het dragen van voorwerpen van een priveacute;-naar een publiek domein verboden is. Door een eroev wordt een publiek gebied als het ware tot privéé-terrein omgetoverd. Het is een reuze knus idee; met een eroev is de straat het verlengde geworden van de huiskamer.Tegenwoordig zijn er geen eroeviem meer en dat kan verdraaid lastig zijn, met name omdat peuters op sjabbat niet mogen worden gedragen of in een kinderwagen worden voortgeduwd. Met als gevolg dat vrome moeders vaak thuis zitten met hun kroost, terwijl de heer des huizes zich aan de godsdienstoefening wijdt. Vier jaar geleden overwoog de Joodse Gemeente Rotterdam om de eroev – die eind jaren vijftig was afgekeurd – weer in zijn oude glorie te herstellen. In december 1998 fietste rabbijn Evers een dag rond in regenachtig Rotterdam om deze mogelijkheid te onderzoeken. De behoefte bleek bij het handjevol sjabbathoudende mensen in de Maasstad uiteindelijk niet groot genoeg te zijn om alle kosten en inspanningen te rechtvaardigen.De Joodse Gemeente Amsterdam lijkt nog de grootste kanshebber te zijn. De hoofdstad heeft de meeste orthodoxe joden en financiële middelen en was de laatste gemeente met een eroev. Na 1967 werd de eroev een slepende kwestie, om in 1972 definitief afgekeurd te worden door rabbijn Meir Just, omdat er ‘gaten’ in de omheining waren ontstaan.Het belangrijkste gat was ontstaan door het omvallen van de sjabbespaal op de Harteveldsebrug, bij de Weespertrekvaart in Diemen. In de paal zaten kettingen die over de weg konden worden gespannen op sjabbat, zodat de afscheiding rondom de stad weer compleet was. De sjabbeskettingen, door de omgeving misprijzend ‘jodenkettingen’ genoemd, werden overigens nooit uit de kast gehaald om de weg te versperren, maar de fysieke mogelijkheid was voldoende om de eroev kosjer te verklaren. Die fictieve afsluiting werd echter definitief verhinderd door de aanleg van een viervoudige vangrail op de Harteveldsebrug. Zo kwam er een eind aan de Amsterdamse eroev, die tussen 1710 en 1713 was ingesteld door rabbijn Tswi Hirsch Asjkenazi (1660-1718). De rabbijn, meestal de Chacham Zwi genoemd, is overigens de meest vooraanstaande talmoedgeleerde die Nederland ooit gekend heeft.Vanaf 1972 is het opnieuw instellen van de eroev een terugkerend thema bij de vierjaarlijkse verkiezingen van de Joodse Gemeente Amsterdam. Met name het modern-orthodoxe He’Atied (de Toekomst) ‘blijft strijden voor een eroev’, aldus het programma van de jeugdige partij, die maart vorig jaar werd herkozen in het bestuur. "De eroev is een agendapunt dat regelmatig wordt besproken", aldus Zwi Markuszower, vice-voorzitter van het dagelijks bestuur van de Joodse Gemeente Amsterdam en lid van He’Atied, maar dat levert blijkbaar niets op: "Het is tot mijn grote verdriet niet mogelijk om dit op te lossen. Er zijn veel joods-wettelijke problemen om een eroev in te stellen. Amsterdam heeft bijvoorbeeld 750.000 inwoners. Er is een strikte interpretatie van de halacha die stelt dat de eroev niet kosjer is als een gemeente meer dan 600.000 inwoners heeft, en de eroev moet wel voor alle partijen acceptabel zijn. In Londen is er bijvoorbeeld veel ruzie over. Bovendien moet de overheid toestemming geven en die zit niet te wachten op palen en kettingen op de weg. Het kost bovendien heel

Advertentie (4)