‘Nooit meer ‘ – Een nieuwe column van Simon Soesan

Simon Soesan

Dankzij de moderne technologie kon ik gister de herdenkingsceremonie zien en meemaken op mijn scherm. Als kind al nam mijn vader me naar het beeld van de Dokwerker, vertelde het ongelooflijke verhaal van de Februaristaking en liet me zien waar hij vroeger gewoond had.

Die Dokwerker, net naast de Portugese Synagoge, vond ik altijd zo imposant. Alsof hij zegt: “Hier sta ik, ik kan niet anders.” Zo simpel, zo oprecht. Pa leerde me stil te zijn tijdens ceremonie. Respect tonen en luisteren naar wat er gezegd wordt. Ondanks dat miesjponum de ongekozen burgemeester is van de stad en ik haar noch kan zien of horen, laat ik dat even achter mij tijdens een ceremonie die om zoveel andere dingen gaat. Omdat je je concentreert op het centrale onderwerp: blinde haat dat met geweld gevoed werd, een haat die slecht goed maakte, een haat die de vernietiging van andere mensen, vanwege hun afkomst, normaal maakte.

De meeste ceremoniën waar ik aan deelneem gaan met respect en keurig voorbij. In Nederland komen na afloop al die kansloze klojo’s de kransen kapot maken en op de bloemen urineren, maar daar is niets aan te doen, daar de Nederlandse regering heeft toegegeven aan de eis van een bepaalde groepering om geen les te krijgen over de Holocaust. Dan moet je niet verbaast staan dat ze geen respect tonen.

Zo ook meneer Mak.

Die was uitgenodigd, ik vermoed door miesjponum, om de boel te versjteren. Je vraagt je af waarom iemand, die zulke interessante boeken heeft geschreven en zoveel prijzen heeft ontvangen, het nodig vindt om voor miesjponum de boel te versjteren, maar daar was hij. Op de ceremonie ter herinnering aan die Nederlanders, die “nee’ zeiden tegen de Duits-Nederlandse samenwerking. Die “nee’ zeiden tegen het opjagen, verklikken, arresteren, transporteren en afslachten van joden, waaronder 337 van mijn familieleden. Sindsdien is Nederland wereldkampioen in het zuiveren van haar land van Joden: meer dan 90% van de Nederlandse Joodse bevolking werd opgepakt, afgevoerd en kwam nooit meer terug.

En op zulk een ceremonie kom je dan op verzoek van miesjponum en dan mag je overvloedig over wat anders gaan lullen: het gevaar van een politieke partij. Op dat moment was het voor mij over en nam ik een besluit: ik ben klaar met de Nederlandse herdenkings ceremonie. Als het niet een ode is aan een SS-opa is het wel een herdenking voor de Duitse soldaten. In mijn ogen is men de weg kwijt.

De Holocaust is geen Joods bezit. De ervaring en herinnering eraan moet alles en iedereen de weg wijzen. Het is en blijft een vlek op Nederland en u moet er maar mee leven. Dat inclusieve gedoe, het te mengen met andere dingen, is pathetisch, vooral omdat met name de Nederlandse overheid er alles voor doet om de naam “wereldkampioen joden uitroeien” te behouden.

Hoe de overheid dat doet? Nou hier is een voorbeeld: nadat de overheid uit hun schuilplaats in Londen het transporteren van joden aanmoedigde (het was zo goed voor de economie), de Nederlandse joden aan hun lot overlieten en, toen er nog wat terugkwamen hun met achterstallige belastingen en huur te grazen nam. 

Het was niet genoeg om de joden te beroven en af te slachten, ook wie het overleefde en terug kwam, moest te grazen genomen worden. Fast forward, 80 jaar later gaat diezelfde overheid een monument bouwen. In een omgeving waar niemand het wil. En mocht u de naam van uw verloren familieleden op dat monument willen hebben, dan mag u dokken (de families van de slachtoffers moeten het monument betalen!), want de overheid was nog niet klaar met u.

En toen kwam Mak.

Op het moment dat er iets on-Nederlands werd herdacht – een staking tegen de Nederlands-Duitse samenwerking om alle joden uit te roeien – had meneer Mak, die echt wel een kijk op geschiedenis heeft, een heel andere boodschap. Moest hij even kwijt. Van miesjponum.

Dus ben ik klaar met de Nederlandse ceremoniën voor de Holocaust, stelletje leugenaars, stelletje geschiedenisvervalseraars. Stelletje antisemieten.

Van hier roep ik mijn broeders en zusters op: verlaat dit zinkende schip. Ga weg uit dit voornamelijk antisemietisch land! Wacht niet meer! Als dit is wat uw politici toestaan – pak uw spullen en ren voor uw leven! Als een volkenmoord gebruikt wordt in een politieke verkiezingsstrijd, dan is de boel failliet.

Zoals een Twitteraar me deze week schreef: “Jammer dat jullie niet allemaal uitgemoord zijn, maar we blijven optimistisch.”

Hij heeft schijnbaar een reden voor dat optimisme.

Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!

Advertentie (4)
Vorig artikelPersonalisatie van schizofrenie-medicijn Clozapine
Volgend artikel2020 geen slecht jaar voor de Israëlische export
Simon Soesan (1956, Beverwijk) woont sinds 1973 in Israël, waar hij zijn eigen sales-en-marketing bureau had. Tegenwoordig is hij vertegenwoordiger van Keren Hayesod – United Israel Appeal in Duitsland. Soesan is bekend van columns in diverse Nederlandse bladen, zoals NRC-Handelsblad, het Reformatorisch Dagblad, Israël Actueel en het Nieuw Israelietisch Weekblad. Zijn korte verhalen werden gebundeld in 'Pita met hagelslag' (2005) en ‘Patatje vrede’ (2007), 'Apoetaah' (2016) is zijn derde boek en in juni 2018 is 'Ik ben jij' verschenen. Zijn familie en vriendschappen met Joden, Moslims en Christenen, inspireren hem bij het schrijven.