‘Duitse efficiëntie’ – Een nieuwe column van Simon Soesan

Simon Soesan

Ook in Duitsland werd er gestemd dit weekend. Niet alleen in een paar deelstaten waar de regering werd gekozen, maar ook in Frankfurt hadden we gemeenteraadsverkiezingen.

Let wel: niet voor het kiezen van een burgemeester. Ik weet het: voor Nederlanders klinkt dat raar, een burgemeester kiezen, daar bij u het politiek afval meestal wordt gestort op de brave burgers als burgemeester, zonder daar over te mogen stemmen. Maar in Duitsland mag je voor alles kiezen.

Dus, als inwoner van deze mooie stad Frankfurt kreeg ik enkele geleden een grote enveloppe in de bus. Daarin zat een brief, waar ik uitleg kreeg hoe dat stemmen hier in zijn werk gaat. Ook kreeg ik drie opgevouwen papieren, ter grootte van een tafellaken, waar namen van partijen en namen van kandidaten voor de gemeenteraad etc. op stonden. Dan heb je recht op de algemene gemeenteraad, je wijkraad en nog een lijst waarvan ik op dit moment nog steeds niet snap, wat men van mij verlangde.

Dus stonden we daar gisteren in de koude regen en wind, met mondkapjes op, in een vreemde rij met netjes 1.5 meter tussen elke burger, nabij een school waar het stemmen zou plaatsvinden. Terwijl we netjes bleven aanschuiven mochten we langzaam naar binnen, waar de kachels op volle toeren werkten. Daar ik mijn warme jas aan had en mijn mondkapje droeg, besloegen mijn brillenglazen. Uiteraard was ik niet de enige met dit probleem, waardoor er een nette discussie ontstond tussen de wachtenden over het mensonterende gezweet tijdens het wachten. Verder was het doodstil, alsof ik weer in de wachtkamer van onze huisarts dokter Visser in Beverwijk zat, waar je heel stil moest zijn. Waarom, heb ik nooit kunnen ontdekken.

Aan de ingang van het stemlokaal stond een nette meneer die meedeelde dat de ene postcode naar links, en de andere postcode naar rechts moest. Traditioneel ouderwetse Duitse selectie dus. Binnen liet ik mijn stembrief zien en haalde mijn identificatie tevoorschijn. De dame achter de stemtafel wuifde dat weg: “U bent geen buitenlander, dus dat controleren we echt niet hoor.”, was haar onnozele uitleg. Ik wilde uiteraard meteen vragen hoe men mensen ongeïdentificeerd laat stemmen, maar de meneer na mij begon vreemd te kuchen, dus liep ik door naar het stemhokje, waar ik de drie stemformulieren, ieder ter grootte van een tafellaken, uitspreidde en begon met het aankruisen van namen.

Naar mijn gevoel duurde dat drie dagen.

Ik mocht daarna mijn aangevinkte formulieren in een stembus gooien, voor ieder formulier een andere stembus. Maar dat derde formulier zat me dwars. Dus, eenmaal weer buiten, vroeg ik een meneer en een dame waar dat gele formulier eigenlijk over ging. De twee keken elkaar een beetje gênant aan. “Geen idee meneer…”, was het antwoord. Later die dag ontmoette ik vrienden en vroeg hun dezelfde vraag, maar kreeg geen duidelijk antwoord, waardoor ik u moet bekennen dat ik stemde zonder te snappen voor wat. Men vermoedt dat het ging om buitenlanders die zich voor de stad verkiesbaar stelden in diverse partijen van buitenlanders.

Die zich waarschijnlijk wel moesten identificeren. 

Want efficiënt zijn ze, in Duitsland.

Ontvang gratis onze nieuwsbrieven!

Advertentie (4)
Vorig artikelOude familiefoto’s komen tot leven met ‘Deep Nostalgia’
Volgend artikelNieuwe podcast van Joop Soesan uit Israël
Simon Soesan (1956, Beverwijk) woont sinds 1973 in Israël, waar hij zijn eigen sales-en-marketing bureau had. Tegenwoordig is hij vertegenwoordiger van Keren Hayesod – United Israel Appeal in Duitsland. Soesan is bekend van columns in diverse Nederlandse bladen, zoals NRC-Handelsblad, het Reformatorisch Dagblad, Israël Actueel en het Nieuw Israelietisch Weekblad. Zijn korte verhalen werden gebundeld in 'Pita met hagelslag' (2005) en ‘Patatje vrede’ (2007), 'Apoetaah' (2016) is zijn derde boek en in juni 2018 is 'Ik ben jij' verschenen. Zijn familie en vriendschappen met Joden, Moslims en Christenen, inspireren hem bij het schrijven.