Vijandelijke vreemdelingen: Joodse vluchtelingen in de Nederlandse Antillen

Een lezing over joodse vluchtelingen op de Nederlandse Antillen tijdens de oorlog. Oostenrijkse en Duitse joodse vluchtelingen werden vanaf het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog door het Nederlandse Gouvernement op de Antillen als vijanden behandeld.


Het nieuws van de Duitse bezetting van Nederland bracht een schok van
emotie teweeg op de Antillen. De joodse gemeenschap, een van de oudste
en meest welvarende op het westelijk halfrond, bepleitte de toelating
van joodse vluchtelingen. Een collecte onder de bevolking bracht een
recordbedrag op voor de opvang van oorlogsslachtoffers.

Gouverneur Wouters moest echter niets hebben van deze hulpvaardigheid.
Hij meende dat vluchtelingen de welvaart van de Antillen zouden
ondermijnen. Op 10 mei, de dag van de Duitse inval in Nederland, liet
hij alle Oostenrijkers en Duitsers, ook de joden, tesamen met
nazi-sympatisanten opsluiten in hetzelfde kamp. Op basis van de
Bijzondere Staat van Beleg hield hij de komst van vluchtelingen tegen.
In november 1941 werd hij alsnog gedwongen zesentachtig vluchtelingen
op te nemen: deze werden door een Amerikaans-joodse commissie
onderhouden met de garantie dat zij spoedig zouden vertrekken.
Gouverneur Wouters’ opvolger Petrus Kasteel was milder. Hij zou in 1943
en 1944 ruim 120 Nederlandse joden toelaten en de omstandigheden voor
de Oostenrijkse en Duitse joden verbeteren. De laatsten kregen echter
nimmer hun vrijheid.

De lezing vindt plaats in het kader van de tentoonstelling Wereldoorlog
in de West; Suriname, de Nederlandse Antillen en Aruba 1940-1945.

Deze expositie is te zien tot en met 28 november 2004 in het
Verzetsmuseum Amsterdam en zal op 12 oktober voor bezoekers van de
lezing ook geopend zijn van 19.00-21.30 uur.

Aanvang: 19.30 uur in de gehoorzaal van het Verzetsmuseum
Entree: 7,50 euro, Museumjaarkaarthouders en vrienden van het museum betalen 5,00 euro

Zie ook: www.verzetsmuseum.org

Advertentie (4)