Die slappe Nederlanders – of viel het toch wel mee in 1940-1945?

Journalist Dick Verkijk stelt in zijn pas verschenen boek Die slappe Nederlanders – of viel het toch wel mee in 1940-1945? dat de Nederlandse bevolking in de Tweede Wereldoorlog lang niet zo slap waren als in onze tijd vaak wordt beweerd.

De in de VS wonende Oost-Europa-journalist werd bekend door zijn studie Radio Hilversum in de Tweede Wereldoorlog en zijn boek Van pantsersvuist tot pantservest. Verkijk ergert zich aan de wijze waarop de Nederlanders ten tijde van de Tweede Wereldoorlog tegenwoordig zo gemakkelijk als laf worden bestempeld. Volgens hem was er, gedurende de Duitse bezetting in Nederland, geen gebrek aan onderduikadressen maar aan onderduikers.Verkijk berekende dat 330.000 tot 450.000 mensen een joodse onderduiker in huis hebben gehad. Het gaat hier volgens hem om 110.000 tot 150.000 adressen want hij schat het gemiddelde huishouden op drie mensen. Veel meer mensen zouden bereid zijn geweest een onderduiker te nemen, maar de communicatie tussen hen die wilden onderduiken en hen die onderdak wilden verlenen, verliep vaak niet goed. Volgens Verkijk was dit niet het gevolg van onwil maar vanwege de omstandigheden.Met deze stelling onderstreept Verkijk dat het Nederlandse verleden heel wat minder ‘grijs’ is geweest dan Chris van der Heijden in zijn boek Grijs verleden heeft beweerd. Op 12 december gaat Dick Verkijk in Amsterdam met Chris van der Heijden over deze thematiek in depat.Volgens het Utrechts Nieuwsblad heeft het NIOD (Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie) geschat dat er circa 100.000 onderduikadressen zijn geweest. Het NIOD, dat de gezinnen op vier mensen stelt, komt ook op een schatting van zo’n 400.000 mensen die bij het verlenen van onderduik betrokken zijn geweest. Dit alles blijft enigszins natte-vingerwerk, aldus het instituut, doordat er kort na de oorlog geen onderzoek naar is gedaan en dat nu niet meer mogelijk is.Het boek wordt uitgegeven door Aspekt in Soesterberg.

Advertentie (4)