Democratie valt niet mee

"Verkiezingstijd is niet de meest opgewekte tijd in Israël. De tegenstellingen zijn daarvoor te bitter en het vertrouwen in de democratie te klein." Een stemadvies en een analyse van Tom Spiero, Nederlandse Israëli.

Er is geen land in de wereld, misschien met uitzondering van de Verenigde Staten, waar de machthebbers zonder strijd afstand hebben gedaan van hun macht. Die strijd was vaak bloedig. Ondanks de hoge kosten van het verwerven van democratische macht, toont de recente geschiedenis in menig democratisch land dat de kiezer die macht zonder noemenswaardige weerstand weer laat inperken.Aan Israël zijn die golfbewegingen vooralsnog voorbij gegaan. De Israëlische maatschappij is – nog steeds onderweg naar een volwaardige democratie – ergens blijven hangen. En een meerderheid van de bevolking lijkt daarmee in te stemmen. De prijs voor die gemakzucht en dat wantrouwen ? want dat is de oorzaak, volgens mij – wordt in deze verkiezingen weer eens betaald. Hoe het immigrantenland bij uitstek toch Levantijns dreigt te worden.Een van de eigenschappen van het joodse volk waardoor het zich gunstig onderscheidt van andere, is een goed ontwikkeld historisch besef. Israëls vorige president, Ezer Weizman, bracht dit ter gelegenheid van zijn bezoek aan de Duitse Bondsrepubliek in januari 1996 in de Bondsdag als volgt onder woorden: ?Ik was een slaaf in Egypte. Ik ontving de Tora op de berg Sinaï. Samen met Josjua en Elija stak ik de rivier de Jordaan over. Met David trok ik Jeruzalem binnen, werd er uit verdreven met Zedekia en vergat haar niet aan de oevers van de rivieren in Babylon. Toen God de gevangenen van Zion deed terugkeren, droomde ik te midden van de bouwers van haar verdedigingswerken. Ik bevocht de Romeinen en werd verbannen uit Spanje. Ik werd aan de schandpaal genageld in Mainz. Ik studeerde Tora in Jemen en verloor mijn familie in Kishinev. Ik werd verrast in Treblinka, kwam in opstand in Warschau en emigreerde naar het Land van Israël, het land waaruit ik ooit was verbannen en waar ik geboren was, waar ik vandaan kom en waarnaar ik terugkeer.?Ondanks de indrukwekkende woorden van Weizman is de werkelijkheid anders. Ons nog levende verleden is niet meer een algemeen gedeeld verleden na de val van de Tweede Tempel of ? zo u wilt – na de verdrijving uit Spanje ruim vijfhonderd jaar geleden. De verstrooiing heeft geleid tot een divers palet van lokale gewoonten, niet alleen religieus maar ook sociaal. Deze lokale gewoonten werden door de gemeenschap als ?typisch joods? geaccepteerd zonder dat de mogelijkheid bestond dit te verifiëren aan de hand van gebruiken die zich elders ontwikkeld hadden. En toen dat eenmaal wel mogelijk was, bleken die andere gemeenschappen vaak niet ?echt joods? te zijn.De pioniers die de aanzet tot het moderne Israël hebben gegeven, hadden zich eerder afgekeerd van de ? door hen als benauwd ervaren – geloofsgemeenschap. Zij zagen een samenleving voor zich die collectief van aard was: het eigen belang onderworpen aan het belang van de groep. Dit was geen democratisch model of het zou al de volksdemocratie moeten zijn zoals we die uit Oost-Europa van de vorige eeuw kennen. Productiemiddelen in handen van de factor arbeid. Ben-Goerion was de grote voorman. En gelukkig maar: een democratie baart geen natie. Een natie kan wel een democratie baren. En daar is Israël nog steeds mee bezig. Dat is minder vreemd dan misschien in eerste instantie lijkt.Democratie is geen religieus concept. Het joodse volk is blijven bestaan door een combinatie van geloof en uitsluiting. We mochten er niet bij en hadden de choetspa er ook niet bij te willen horen. En zo is het nog steeds. Geen ideale voedingsbodem voor een democratie.Na de pioniers kwamen degenen die tijdig nazi-Duitsland konden ontvluchten. Zij deelden de collectieve idealen van de pioniers niet en kozen voor een ?burgerlijk? bestaan in de stad. Politiek speelden zij niet mee. De Jemenieten kwamen na de Onafhankelijkheid

Advertentie (4)