Antisemitisme niet langer tolereren

Op 24 april spraken de EU-ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in Luxemburg een sterke veroordeling uit over het oplevend antisemitisme. Ze waarschuwden onder meer voor het importeren van het Midden-Oostenconflict naar Europa. Daarbij doelden ze op de honderden brandstichtingen, vernielingen en aanvallen tegen joodse objecten en personen in Frankrijk, België en Engeland, merendeels begaan door jonge Arabieren.

Het jaarlijkse rapport van CIDI over antisemitische incidenten in Nederland, dat zeer onlangs over 2001 en de eerste vier maanden van 2002 verscheen, toont aan dat de situatie in Nederland eveneens verslechterd is.Het rapport laat zien dat het aantal geweldplegingen, bedreigingen met geweld en scheldpartijen tegen joden sterk is gestegen. De daders zijn voor een groot deel – maar zeker niet alleen – tweede-generatie Marokkaanse jongeren. Er bestaat een verband met het geweld tussen Israël en de Palestijnen. Echter, hetgeen in het Midden-Oosten gebeurt, mag nooit leiden tot het plegen van antisemitische daden hier in Nederland. Deze tweede-generatie Marokkanen bestaat deels uit probleemjongeren, die slecht in de Nederlandse samenleving zijn geïntegreerd en hun informatie veelal via in Nederland te ontvangen Arabische radio- en televisieprogramma’s krijgen, waarin haattaal jegens joden, homo’s en de westerse samenleving wordt geuit. Het gaat overigens lang niet in alle gevallen om Marokkaanse daders. De Hitlergroet wordt doorgaans door autochtone Nederlanders gebracht, de daders van de bekladdingen van de joodse begraafplaatsen in Dorst en Zaltbommel waren evenmin van Arabische afkomst. Ook antisemitische burenruzies vinden tussen Nederlanders plaats.Een andere conclusie uit het rapport is de gewenning die in vrijwel alle sectoren van onze samenleving is opgetreden. In de loop der jaren is in Nederland een gedoogcultuur ontstaan: antisemitische spreekkoren rondom voetbalwedstrijden worden geduld, op het internet kunnen antisemitische uitingen volop gedaan worden, joodse leerlingen op niet-joodse scholen moeten soms jarenlang scheldpartijen ondergaan. Tijdens de anti-Israël demonstratie van 13 april in Amsterdam werd getolereerd dat hakenkruisen, hét symbool waaronder 6 miljoen Joden werden vergast, werden meegevoerd. De politie greep niet in tegen leuzen als ‘Dood aan de Joden’. Dat is grensverlagend. Blijkbaar hebben de verruwing van de samenleving in het algemeen en het gebrek aan beleid hieromtrent ook geleid tot acceptatie van antisemitisme.Het jarenlang gedogen van antisemitische uitingen – in alle sectoren van onze samenleving – heeft er nu toe geleid, dat joden niet meer met een keppel op straat kunnen lopen zonder de kans te lopen uitgescholden te worden.Deze treurige situatie heeft CIDI voorgelegd aan informateur Donner, met het verzoek de aanstaande regering maatregelen te laten nemen. Het D66-Kamerlid Boris Dittrich stelde n.a.v. het rapport kamervragen aan de verantwoordelijke bewindslieden. Een deel van de problemen kan worden opgelost door politie en justitie veel alerter te laten optreden. Aangiften, als ze al worden opgenomen, verdwijnen doorgaans in de la. Justitie gaat slechts sporadisch tot onderzoek en vervolging over. Dat dient te veranderen.Aangiften dienen serieus door justitie te worden behandeld. Daders dienen actief te worden opgespoord. Hiertoe behoort het opsporingsapparaat te worden versterkt. De basale kennis bij politie en justitie over de betekenis van termen als aanzetten tot haat, discriminatie, antisemitisme, racisme, jood en moslim dient te worden vergroot. Burgers en organisaties moeten op een fatsoenlijke wijze geïnformeerd worden over de voortgang van hun aangiften. De beroepsgronden tegen het (te frequent) door officieren van justitie seponeren van strafklachten dienen te worden uitgebreid en verbeterd. Maar er is meer. Antisemitische uitingen worden veel door jongeren gedaan. Betere integratie van allochtone probleemjonge

Advertentie (4)