Ridder in de Orde van Oranje-Nassau uitgereikt aan Berthie Nachbahr-Cohen

De Nederlandse ambassadeur in Israël heeft vandaag aan Berthie Nachbahr-Cohen uit Netanya de versierselen uitgereikt behorende bij de onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Dit gebeurde tijdens de Jaarvergadering van Ajalah, de vereniging die zich sterk maakt voor de belangenbehartiging van Nederlandse vervolgingsslachtoffers wonende in Israël.

Mevrouw Nachbahr-Cohen is Nederlandse, geboren in 1938 in Amersfoort. De onderscheiding is haar verleend op grond van haar grote inzet bij het behartigen van de belangen van de overlevenden van de Sjoa, in Nederland en in Israël.Als voorzitter van Ajalah heeft Berthie Nachbahr een centrale rol gespeeld bij het reorganiseren van de vereniging. In het werken met Nederlandse wetten voor oorlogsslachtoffers stimuleerde zij het professionaliseren van de belangenbehartiging, door het opbouwen van een grote mate van dossier- en wetskennis, het inschakelen van juristen bij bezwaar- en beroepsprocedures en het uitbouwen van een netwerk van contacten, in Israël en in Nederland.In de beleidsvoorbereidende fase van ?Tegoeden Wereldoorlog II/Maror? heeft Berthie Nachbahr een groot aandeel gehad in de discussie, in Nederland en in Israël, over het vaststellen van de criteria, op grond waarvan aanvragen voor uitbetalingen Maror-gelden konden worden ingediend.Daarnaast heeft Berthie Nachbahr zich in Nederland, gedurende een periode van meer dan tien jaren, onvermoeibaar ingezet in de strijd tegen discriminatie, racisme en antisemitisme, door educatie en training van de joodse vrouw in Nederland, en door het geven van lezingen aan een breed spectrum van vrouwenorganisaties, over aspecten van het samen leven in een multiculturele omgeving, lezingen met als overkoepelend thema het streven naar tolerantie jegens de ander, door kennis van de ander.In 1995 nam zij het initiatief tot het naar Nederland halen van de 3-jaarlijkse Europese Conferentie van de International Council of Jewish Women. Mevrouw Nachbahr-Cohen was de centrale kracht achter het voorbereiden van die conferentie. Zij zette een programma van uitnodigingen en subsidies op, waardoor, voor het eerst sinds de val van de Muur in Berlijn, delegaties van joodse vrouwen uit Midden- en Oost-Europa naar deze Europese Conferentie konden komen, in Amsterdam.