Sidra Wajakheel-Pekoedé, Sjemot (Exodus) 35:1-40:37

De dubbele sidra Wajakheel-Pekoedé en de reguliere haftara voor deze Sjabbat uit het boek 1 Melachiem gaan over het scheppen van heilige ruimte. Echter, de speciale maftier uit het boek Sjemot spreekt over heilige tijd. De combinatie van het lezen over heilige ruimte gelijk met heilige tijd zet ons aan het denken over de spanning tussen die twee.

Bekijk de haftara van de week met Baruch Sienna:

Is er een manier waarop wij in de Diaspora de verbinding kunnen herstellen met de tijd van de natuur en met het land Israël?

INLEIDING EN VERBINDINGEN

De laatste twee sidrot van Sjemot [Exodus] beschrijven de voltooiing van de Misjkan (zoals te voorspellen was, is dit grotendeels en herhaling van de instructies uit de voorgaande twee sidrot Teroema en Tetsawè.) De normale haftarot voor deze sidrot komen uit 1 Melachiem [1 Koningen] en beschrijven de bouw van de Tempel van Sjlomo.

Dit jaar lezen wij Wajakheel en Pekoedé samen, maar is het bovendien ook Sjabbat haChodesj, de vierde en laatste van de speciale Sjabbatot voorafgaand aan Pesach (Sjabbat HaGadol wordt hierin niet meegeteld). Sjabbat haChodesj dankt haar naam aan de openingswoorden van de maftier, de voorlezing uit het tweede Sefer Tora (Sjemot 12:1-20): "Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn….."

De maftier beschrijft de opzet van de eerste Pesachviering en bereidt ons voor op het naderende feest van Pesach. De traditionele haftara voor deze Sjabbat komt uit Jechezkeel (de Sefardi versie is 45:18-46:15) beschrijft de herbouwde Tempel en de offers voor de nieuwe maan(d). Op de eerste dag van de eerste maand (niesan) moet een stier geofferd worden. Het bloed dat aan de deurposten van de Tempel wordt gesmeerd (Jechezkeel 45:19) is ter herinnering aan het bloed dat de Israëlieten gebruikten om de deurposten van hun huizen mee te markeren voor de laatste plaag, en verbindt onze haftara met Pesach.

(Toevoeging: In onze liberale kringen worden dergelijke krachtig messiaans getinte herinneringen aan de Tempeldienst veelal vervangen door andere teksten. Daarom lezen wij een haftara uit Ezra 7: "Ezra was … uit Babylonië vertrokken op de eerste dag van de eerste maand…" (7:9). De directe reden voor deze keuze is dat deze plaats en die in de maftier de enige zijn in Tanach waar ‘de eerste dag van de eerste maand’ expliciet wordt genoemd. Doordat deze tekst ook de eerste terugkeer naar Jeroesjalajim uit de ballingschap beschrijft, refereert die ook aan hetzelfde messiaanse visioen als dat uit Jechezkeel en benadrukt onze blijvende verbondenheid met het land Israël. DL)

Voor het geheel: www.levisson.nl
Vertaling: Paula Pat-El
Voor het origineel: klik hier

Klik op het logo om verder
te lezen op de website van het Levisson Instituut

Advertentie (4)

Wekelijkse Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief (of klik op het kruisje rechtsboven)