Serven en joden herdenken ‘Kroatisch Auschwitz’


Meer dan 3000 Serven, joden en zigeuners hebben zondag de zestig-jarige bevrijding van het concentratiekamp Jasenovac in Oost-Kroatie herdacht. Vanwege de grootschaligheid van de massamoorden wordt dat kamp ook wel eens aangeduid als het ‘Kroatische Auschwitz’.

Directe aanleiding tot de herdenking is de uitbraak uit het kamp,
zestig jaar geleden, van een groep gevangenen. Hun missie was er voor
te zorgen dat ten minste een overlevende de buitenwereld zou kunnen
vertellen over de vreselijke misdaad die daar had plaatsgevonden. De
aandacht die ze zochten, hebben ze echter nooit gekregen. Tot op de dag
van vandaag is Jasenovac een ‘zwart gat’ in de geschiedenis van de
holocaust. Bij grote herdenkingen wordt het kamp niet eens genoemd.


Terwijl alle overige kampen in Europa bedoeld waren voor de
vernietiging van joden, waren de kampen in Kroatie in de eerste plaats
voor de orthodoxe Serven opgezet. Joden, zigeuners en antifascisten
werden in een moeite meegenomen. Verder heeft een rol gespeeld dat de
vervolging gezegend en gesteund werd door de katholieke kerk, in elk
geval tot in 1943 de oorlogskansen keerden. Priesters deden actief mee
aan de vervolging, ook in de kampen van Jasenovac. Het feit dat het
naoorlogse Joegoslavie onder Tito aanvankelijk een nauw aan Stalins’
Sovjetunie verbonden communistische staat was, heeft ongetwijfeld bij
dat zwijgen meegespeeld.

Toch was het, deels in het huidige Kroatie en deels in Bosnie gelegen,
Jasenovac-complex na Auschwitz en Sobibor mogelijk het derde grootste
vernietigingskamp van de Tweede Wereldoorlog. Het had geen gaskamers,
de slachtoffers werden ‘handmatig’ vermoord. De Kroaten hadden zelfs
een handschoen-met-mes ontwikkeld, de Srbo-sek of Serven-snijder
waarmee in hoog tempo de halsslagaders van gevangenen werden
doorgesneden.

Het precieze aantal slachtoffers dat er tussen augustus 1941 en april
1945 is omgebracht zal nooit exact worden vastgesteld. De schattingen
lopen uiteen van ruim 100.000 tot 1,7 miljoen. Een Kroatische
staatscommissie kwam in 1946 in een voor de Internationale Commissie
voor Oorlogsmisdaden opgesteld rapport tot een schatting van tussen de
500.000 en 600.000 doden. The Encyclopedia of the Holocaust gaat uit
van 600.000 slachtoffers. De Joegoslavische onderzoeker Vladimir
Dedijer noemt een totaal van 800.000.

Servisch-orthodoxe priesters en rabbijnen spraken afgelopen zondag
gebeden uit tijdens de ceremonie, bijgewoond door de Bosnisch-Servische
president Dragan Cavic en de Servische president Boris Tadic. In de
hele Republika Srpska luidden tijdens de ceremonie de klokken van de
Servisch-orthodoxe kerken.

“Hier is een genocide gepleegd, de ernstigste misdaad tegen de
mensheid, met de moord op honderdduizenden onschuldige mannen, vrouwen,
kinderen, bejaarden, om de eenvoudige reden dat zij een andere religie
hadden, tot een andere etnische groep behoorden of een andere ideologie
aanhingen”, aldus Cavic.

Hij hekelde het feit dat de anti-fascistische partizanenleider Tito,
nadat hij na de oorlog president van Joegoslavië was geworden,
Jasenovac nooit heeft bezocht. In de Tito-tijd werd niet over de
oorlogsmisdaden gesproken, in een van boven opgelegde geest van “broederschap en eenheid”. Ook de onzekerheid over het precieze
aantal slachtoffers is het gevolg van de vernietiging van de archieven
op bevel van president Tito. Deze had in zijn ‘nieuwe, socialistische
Joegoslavie’ tenminste de passieve medewerking nodig van de door de
fascistische ideologie vergiftigde Kroaten. Een discussie over de in
Jasenovac gepleegde misdaden paste daar niet bij.

Daardoor is, in tegenstelling tot de rest van Europa, in het naoorlogse
Joegoslavie de schuldvra

Advertentie (4)