Presser’s ‘Ondergang’ na 40 jaar heruitgegeven


Tweede Kamervoorzitter Frans Weisglas heeft dinsdag de heruitgave van ‘Ondergang. De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom 1940-1945’, geschreven door dr. J. Presser, in ontvangst genomen. De presentatie vond plaats in Amsterdam in de Hollandsche Schouwburg, waarvandaan tienduizenden joden naar de vernietigingskampen werden gedeporteerd.

Veertig jaar geleden werd op dezelfde plaats de eerste uitgave door
burgemeester G. van Hall aangeboden aan minister Vrolijk van OK&W.
Daarvan werden uiteindelijk 140.000 exemplaren verkocht. Van de
heruitgave heeft uitgeverij Aspekt in eerste instantie 3.000 exemplaren
laten drukken. Een en ander werd mogelijk dankzij de ondersteuning van
het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël). CIDI-directeur
Ronny Naftaniel schreef het voorwoord bij de heruitgave.

Met deze ‘bestseller van onbeschrijflijk leed’ heeft Presser Nederland
wakkergeschud, het Nederland dat dacht “dat wij allen helden waren en
dat wij massaal in het verzet hadden gezeten”. Op basis van honderden
getuigenissen van overlevenden beschreef Presser de onverschilligheid
en de schuld, aldus Naftaniel bij de presentatie. De interesse voor de
jodenvervolging en de Tweede Wereldoorlog is zo groot dat volgens het
CIDI dit boek weer beschikbaar moet zijn. Verder zijn antisemitisme,
racisme en genocide nog steeds niet verdwenen. Als we kennis nemen van
de overschilligheid van autoriteiten en burgers in de oorlog, kunnen we
daar nu nog van leren, zei de CIDI-directeur.

Presser was de woordvoerder van de overlevenden, aldus Weisglas. Uit
hun naam heeft hij ook de Joodsche Raad aangeklaagd. Bij het hoofdstuk
over Westerbork stokte zijn pen. Hij schreef toen eerst anoniem De
nacht der Girondijnen, het boekenweekgeschenk van 1957, voordat hij kon
doorgaan. De Kamervoorzitter sprak de hoop uit dat jongeren met een
verschillende achtergrond het boek zullen lezen en hieruit lessen
zullen trekken. Dat is nog steeds nodig.

De heruitgave werd ook aangeboden aan de drie kinderen van Bep Bijlsma
(Pressers tweede vrouw), aan Piet Meerburg, die de leiding had van het
Amsterdamse studentenverzet, aan het Nederlands Auschwitz Comité en aan
de filmmaker Philo Bregstein. Tijdens de montage van een portret van
Presser bereikte Bregstein in 1970 het bericht van diens dood. “Ik had
het gevoel dat ik zijn boodschap moest voltooien”, zei Bregstein bij de
presentatie. Daarbij ging hij in op de kritiek die destijds op Presser
werd geuit. Presser zou als slachtoffer en getuige van de
jodenvervolging te betrokken zijn geweest en daarom te hard over de
Joodsche Raad hebben geoordeeld. Nu er veel meer bronnen over die tijd
bekend zijn, blijft Pressers visie over collaboratie overeind staan,
aldus Bregstein. “Na veertig jaar is Ondergang nog steeds meeslepende
lectuur. Dit boek is met bloed geschreven.”

Uitgeverij Aspekt heeft in samenspraak met Martin Ros besloten tot de
heruitgave van Ondergang, zei uitgever Perry Pierik. Het boek over de
jodenvervolging, dat de status van document verwierf, bleef
onovertroffen. Het was volgens Pierik des te opmerkelijker dat het boek
al lang niet meer op de markt verkrijgbaar was. Het boek, dat nog
steeds zeggingskracht heeft, is voor het eerst verschenen in Pierik’s
geboortejaar 1965.

Aan het slot van de presentatie werd een deel vertoond van ?Dingen die
niet voorbijgaan?, het portret dat Bregstein van Presser had gemaakt en
dat in mei 1970 door de VARA-tv werd uitgezonden. Daarin beschrijft
Presser, die hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam was, onder
meer het begin van de oorlog, de gelukkige jaren met zijn vrouw en het
verdwijnen van bijna alle leerlingen van het Joods Lyceum. De
overgebleven leerlingen hadden twee gebaren: de een betekende opgepakt,
de ander ondergedoken. Er werd nooit over gesproken. Ook vertelt hij
over het verdwijnen van

Advertentie (4)