Poolse president biedt excuses aan

De Poolse president Aleksander Kwasniewski heeft dinsdag 10 juli "als mens en als president" zijn excuses aangeboden voor de moord op de joodse bevolking van het Oost-Poolse plaatsje Jedwabne. Deze moord, uitgevoerd door de niet-joodse Poolse bevolking uit het dorp, vond precies zestig jaar daarvoor plaats, aan het begin van de Tweede Wereldoorlog.

Kwasniewski noemde de moord – op vrijwel de gehele joodse bevolking van Jedwabne – een misdaad waarvoor de doden en hun familie om vergiffenis moeten worden gevraagd. "Vandaag bied ik als mens, als burger en als president van de Poolse Republiek mijn excuses aan." Op de korte speech van de president volgde een een herdenkingstocht naar de plaats van de moord en wordt kaddisj gezegd – een gebed ter nagedachtenis aan de doden.De twee uur durende herdenkingsbijeenkomst werd in zijn geheel live uitgezonden op de Poolse televisie, waardoor de Poolse bevolking voor het eerst werkelijk werd geconfronteerd met haar eigen aandeel in de jodenvervolging. Het is de eerste keer dat Polen officieel excuses aanbiedt voor de Poolse medeplichtigheid aan de Sjoa.Het algemene beeld is dat de Polen net als de joden massaal slachtoffer werden van het nazistische regime. Na de joden vormen de Polen de grootste groep slachtoffers. Miljoenen Polen werden door de nazi’s vermoord. Volgens Milo Anstadt, een Pools-joodse schrijver in Nederland, is er geen ander land waar de plaatselijke bevolking joden zo zeer heeft geholpen als in Polen. Dat is de reden dat Polen het enige land is waar de nazi’s de doodstraf hebben ingevoerd voor hulp aan joden, meent Anstadt. Natuurlijk waren er veel foute mensen, zoals overal, maar Anstadt verzet zich pertinent tegen het beeld dat Polen het meest antisemitische land van Europa is. De religieuze tolerantie maakte in de eerdere geschiedenis juist dat Polen voor vele joden een toevluchtsoord was.Er waren en zijn echter nog steeds anti-joodse sentimenten in Polen en er bestaat geen twijfel over dat er een groot groep Polen zich niets aantrok van het lot van de joden, door de focus op hun eigen leed, onverschilligheid of haat. De massamoord die in 1941 plaatsvond in het dorpje Jedwabne is daar een navrant voorbeeld van. Er is een officieel onderzoek gaande, maar de grote lijnen zijn bekend. Polen dreven zestig jaar geleden de joodse gemeenschap uit het dorpje bij elkaar, sloegen op de families in met hooivorken, messen, knuppels en bijlen. De zestienhonderd overlevenden werden een schuur ingedreven, die vervolgens in brand werd gestoken. Vrijwel niemand van de joodse bevolking overleefde deze gebeurtenis.Belangrijke afwezige op de herdenkingsbijeenkomst was de katholieke kerk. Katholieke Poolse geestelijken verkondigen in het algemeen de opvatting dat de Polen nergens schuldig aan zijn en dat excuses dus niet nodig zijn. Ook het merendeel van de bewoners van Jedwabne vindt de ?vertoning? met excuses onnodig.De joodse organisaties in Polen zijn derhalve verdeeld over de betekenis van de herdenking. Sommige organisaties zijn niet gekomen.Lees verder:Polen erkent schuld massamoord op joden in 1941

Advertentie (4)