Herdenking Apeldoornsche Bosch

Op 22 januari 1943 werden de patiënten en medewerkers van de Joodse psychiatrische inrichting het Apeldoornsche Bos door de nazi’s op transport gesteld. Bij de herdenking dit jaar sprak rabbijn Binyomin Jacobs een indrukwekkende bezinning uit, gevolgd door een herdenkingsgebed en Kadiesj.

Hier staan we dan weer om te gedenken, een gebed uit te spreken voor hun zielenrust en om kadiesj te zeggen. Gelijk een kind het kadiesj gebed uitspreekt voor zijn ouders, mag ik dit gebed uitspreken als een weeskind die zijn ouders niet heeft gekend maar die wel weet dat die ouders, die patiënten van het Apeldoornsche Bosch en bewoners van het paedagogium Agisomoch, geen kinderen hadden…en juist daarom wil ik dat kadiesj gebed uitspreken…want ik wil hun nazaat zijn…ik wil dat door ons samenzijn zij toch nog iets hebben nagelaten op deze aarde…al is het alleen maar een herinnering, die steeds vager en vager wordt en langzaam wegkwijnt in het duistere gat der geschiedenis.
Het prachtige monument blijft fier overeind staan, maar als we niet oppassen verwordt het van een symbolische grafzerk tot een anoniem kunstzinnig monument….een monument dat zich niet meer verbonden weet met die stumpers die kermend werden afgevoerd, zonder liefde, zonder zorg, in beestenwagens, rechtstreeks naar de hel…op aarde…

Mozes vraagt aan G’d: “Waarom hebt U dit volk nog slechter behandeld…Want vanaf het moment dat ik, Mozes, bij Farao gekomen ben om in Uw naam te spreken, is het dit volk slechter gegaan en U hebt uw volk geen redding gebracht”(exodus 5:22, 23)
En wat heeft G’d hierop aan Mozes geantwoord? “Ik ben de Eeuwige. Ik verscheen aan Abraham, aan Izaak en aan Jacob als de Almachtige G’d. Maar Mijn Vierletterige Naam heb ik aan hen niet bekend gemaakt”(ex. 6:3).
Mozes stelt een begrijpelijke en voor de hand liggende vraag aan G’d. Maar wat is het antwoord? “Ik verscheen aan de Aartsvaders en Mijn Vierletterige Naam heb ik aan hen niet bekend gemaakt”??
Mozes spreekt vanuit de ratio, hij wil het onbegrijpelijke lijden verstandelijk kunnen vatten. G’d antwoordt hem daarop dat Hij aan de Aartsvaders niet de kracht had gegeven om alles te kunnen begrijpen en dat zij desondanks functioneerden en tot zeer hoog spiritueel niveau zijn gekomen…Een balans tussen begrijpen en niet begrijpen….een evenwicht tussen vatten en aanvaarden.
Wij moeten weten wanneer te vragen en te willen begrijpen, maar ook, en dat is nog veel moeilijker, moeten we weten wanneer niet te vragen, te aanvaarden, ook hetgeen verstandelijk onaanvaardbaar is…

Advertentie (4)